Verzoek ex art 591a Sv toegewezen.
Gelet op vrijspraak in de hoofdzaak verzet de in art. 6, tweede lid, van het EVRM verwoorde onschuldpresumptie zich tegen het ontnemen van voordeel dat door die feiten (telen etc.) zou zijn verkregen.
De rechtbank acht gronden van billijkheid aanwezig om aan verzoeker een vergoeding tot te kennen voor de ten behoeve van de ontnemingsprocedure gemaakte kosten van zijn raadsvrouw.