E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK8488
LJN BK8488, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 09-12137

Inhoudsindicatie:

Ranov / melden voor indienen asielaanvraag / WBV 2007/11: par. 5.2, onder a

Eiser heeft een voorblad van een proces-verbaal overgelegd waaruit op te maken valt dat hij zich vóór 31 januari 2001 heeft gemeld voor het indienen van een asielaanvraag en op die datum is overgebracht naar het AC Schiphol.

De rechtbank is van oordeel dat eiser met voormeld voorblad van het proces-verbaal niet heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk een asielaanvraag heeft ingediend. Uit het voorblad valt enkel op te maken dat eiser kenbaar heeft gemaakt dat hij asiel wil aanvragen. Naar aanleiding hiervan is eiser door de Kmar geregistreerd en overgedragen aan het Aanmeldcentrum te Schiphol. De enkele registratie houdt niet tevens een concrete asielaanvraag in.

Met het overgelegde voorblad van het proces-verbaal heeft eiser, naar het oordeel van de rechtbank, wel aangetoond dat eiser zich op 31 januari 2001 bij de Kmar heeft gemeld voor het indienen van een asielaanvraag. Verweerders stelling dat eiser daarbij tevens aannemelijk moet maken dat hij vervolgens daadwerkelijk een asielaanvraag heeft ingediend, wordt door de rechtbank verworpen. Op grond van de Regeling wordt immers een verblijfsvergunning verleend aan de vreemdeling wiens eerste asielaanvraag voor 1 april 2001 is ingediend, dan wel die zich reeds voor 1 april 2001 bij de IND of vreemdelingenpolitie heeft gemeld voor het indienen van een asielaanvraag. Nu blijkens de voorwaarden van de Regeling niet slechts vreemdelingen die een asielaanvraag voor 1 april 2001 hebben ingediend onder de Regeling kunnen vallen, maar ook vreemdelingen die zich reeds voor 1 april 2001 hebben gemeld voor het indienen van een asielaanvraag, voldoet eiser aan de in WBV 2007/11 onder paragraaf 5.2 onder a. gestelde voorwaarde. Het bestreden besluit berust derhalve niet op een deugdelijke motivering en komt om die reden wegens strijd met artikel 7:12 van de Awb voor vernietiging in aanmerking. Verweerder heeft tevens ten onrechte nagelaten eiser te doen horen alvorens te beslissen op bezwaar. Het beroep van eiser is ook om die reden gegrond en het bestreden besluit moet worden vernietigd wegens strijd met artikel 7:2 Awb . Beroep gegrond.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie