De rechtbank is van oordeel dat verweerder eiseres in redelijkheid heeft kunnen toerekenen dat zij geen reisbescheiden heeft overlegd ter staving van haar reisroute van Burundi via Kenia naar Nederland. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat eiseres verklaring omtrent de moord op haar vader en de verkrachting onvoldoende bewijskracht toekomt. Beroep ongegrond.